Inpakken

De berg beslaat de halve woonkamer. Als ik naar buiten kijk en de inhoud van de auto
inschat, vraag ik mij af hoe dat allemaal toch mee moet. Kan er nog iets af? 
Mag het ook iets minder?

Maar toch: vier badlakens hebben we echt wel nodig. Net zoals de vier kampeerstoeltjes,
het inklaptafeltje en op z’n minst één pan en een beetje bestek en vier borden, een broodmes en een perculator.

En laten we de tent, de slaapmatten, het grondzeil, vier tassen met kleding, de slaapzakken, de zonnebrand, de wasknijpers en de opblaasboot vooral niet vergeten.

In de laatste week voor de vakantie slaat de stress toe. Er moet nog gewerkt worden, er moet voor minstens twee weken aan huisraad en kleding worden ingepakt en tussendoor vliegen we van de ene afscheidsborrel naar de volgende afsluitende zomer barbecue. Juni is het nieuwe december. Er is niets dat kan wachten tot erna want alles erna is te laat en heeft geen zin meer.

In mijn hoofd pak ik in voor vier mensen; ik struikel over de lijstjes van alles wat ik vind dat ik nog moet doen voordat we vertrekken. Het huis moet schoner dan schoon, de tuin winterklaar en de auto gepolitoerd als nieuw, de ramen nog gezeemd en de gang boven nog gewit. En heeft iemand er aan gedacht om de krant op te zeggen en de dakgoot leeg te schrapen? Heeft de poes haar inenting gehad? Zijn de paspoorten al verlopen? Blijken de kinderen al ineens vakantie te hebben terwijl wij nog midden in een vergadering zitten! Hebben we die camping nou wel of niet geboekt? Het kampeerkooktoestel is op miraculeuze wijze in de kist van kerstspullen terecht gekomen, de dakkoffer is één steun kwijt en de koelbox paste wel in onze vorige auto maar niet meer in
deze. De tent wordt te groot, mijn badpak te klein en het antimuggenspul is uitverkocht.

Ik ben al moe voordat ik ook maar één meter richting het zuiden heb afgelegd. We willen natuurlijk wél graag meteen zaterdag na de laatste werkdag vertrekken. Kostbaar zijn de veertien dagen die we hebben. Geen minuut mag verspild worden. Dus sta ik om half vier ’s nachts de keuken nog even te dweilen en maak ik nog snel een afspraak met de tandarts. En zo zitten we de volgende dag overstuur wegens slaapgebrek, met aangelopen hoofd en licht hysterische blik woest in het stuur te knijpen terwijl we met twaalf kilometer per uur door de file razen.

Maar we zijn vertrokken. En daar gaat het om.

Dat we de poes vergeten zijn af te leveren op het kinderdagverblijf is een klein minpuntje. Maar het gas was uit hoewel we nu toch gaan twijfelen of we de achterdeur wel dicht hebben gedaan nadat we om half vijf ’s ochtends nog even snel de GFT bak hebben buiten gezet?

Elk jaar neem ik mij voor het anders te doen. En soms lukt dat. Inmiddels, door schade en schande wijs geworden, hebben we alle kampeerspullen geclusterd. Niet langer meer verspreid over het perceel maar gewoon, alles geëtiketteerd op de vliering in de linkerhoek, rechts achter de fotoboeken uit de jaren tachtig, vlak onder het oude speelgoed van mijn broer en net tussen de kisten met spullen voor de rommelmarkt van 2005 die nog uitgezocht moeten worden.

Behalve de zaklampen. Waar zijn die nou weer gebleven?

Column voor Zomerboek For Your Succes Only 2018

Reacties zijn gesloten.