Oh, het gaat heel druk met mij

Het was even heel druk. En dus kwam het er niet van. Blogje schrijven.
Druk is altijd een raar woord, overigens. Je komt op een feestje en je vraagt aan persoon X: “Hoe gaat het?” Persoon X tuurt in haar wijnglas alsof daar een vies beestje in zou kunnen zitten en zegt: “Druk.” Het gaat dus druk. Niet goed of gemiddeld met ups en downs maar ‘druk’. 

Sommige mensen zijn erg goed in druk dóen. Dat is iets anders dan druk zijn of druk hebben. Druk doen is met een stapel wapperende papieren door de gang heen rennen, koffie uit je beker in de rondte gooiend en ondertussen je e-mail checken op je mobiele internet device dingetje (ipad, ophone whatever) en tevens een collega van twee kamers verderop antwoord geven op een vraag. 
Druk doen is hardop en obstinaat zuchten in de rij voor de lunch en zeer demonstratief 100 x op je horloge kijken: “Ja, hallo…ik heb het druk, schiet eens op met dat broodje gezond”. Of van die toeterende, duwende, met de lichten seinende bumperklevers die er nu-nu-nu voorbij moeten om even later vol in de ankers te gaan, achterop de file (die jij al lang zag aankomen).
Druk doeners zijn een beetje gevaarlijk. Ze veroorzaken ongelukken met hun spetterende koffie of bumperkleefgedrag of beginnen meteen te schreeuwen als jij het iets minder druk doet en gewoon met zorg je broodje smeert. 
Het lijkt bijna wel, als je het zo bekijkt, dat druk doeners eigenlijk graag aandacht willen. Alsof ze eigenlijk liever even op de bank willen gaan zitten en dat er iemand is die aan ze vraagt: “Hoe gaat het eigenlijk met je? Echt?” En dat die iemand dan naast ze komt zitten en de tijd neemt om even met ze praten. En een vraagje te stellen: “Waarom ren je zo? Hoe komt het dat je zo loopt te vliegen en te bumperkleven?” 

Dan heb je ook nog mensen die druk zijn. Druk zijn loopt vaak naadloos over in druk hebben. Toch is het niet hetzelfde. Op vrijdagochtend gaat de telefoon. Ik sta net met mijn hoofd in een emmer sop, de bedden zijn afgehaald, de was draait, de stofzuiger loeit en de bank wordt volledig ontsmet en de ramen ontvet. “Hoe issie? Heb je tijd voor een bakje?”  Ik zie een vliegenpoepje op een plek waar het niet hoort: “Joh, ik heb het hartstikke druk, sta net effe het kind af te zemen.”  Dat is van dat opgeruimde ‘op dit moment even niet’ druk. Maar dat is na een ochtendje ouderwets poetsen ook weer voorbij. Je bent gewoon even druk met een aantal klusjes of een grote klus of iets wat je in een bepaalde tijd af wilt hebben en dan moet dat dus even eerst gebeuren. En meestal is dat ook het soort druk dat niet meteen als negatief wordt ervaren.

Nee, dan druk zijn.”Ik ben druk. Pffff….” Je hoort het steelse zuchten al; oh-oh, er is iets aan de hand. Je durft het bijna niet te vragen maar doet het natuurlijk toch: een waterval aan druk komt naar buiten.
“Want ik moet werken en de kinderen moeten naar de judo en de zwemles en de hond uitlaten en we moeten om 18.00 echt aan tafel zitten want dat is goed voor de gezinscohesie en we moeten ook nog naar een verjaardag en ik zou meehelpen op school en mijn baas geeft mij een nieuwe opdracht en Jan moet naar de tandarts en we moeten ook nog even een weekendje met ons tweeën weg en we moeten verse groenten eten en op tijd naar bed en nog huiswerk maken en het nieuws zien en met onze vriendinnen bellen en de buurvrouw mantelzorgen en…en….”.

Ik was even heel druk, de afgelopen twee maanden. Soms kan het zo gebeuren dat er 6 dingen tegelijk gebeuren en je kunt uiteindelijk maar op één plaats zijn. Toch vrees ik dat ik schoorvoetend mag toegeven dat ik mijn druk zijn enigszins, ietsiepietsie zelf veroorzaak.
Als ik te vaak “ik moet” zeg in een zin, is dat een teken dat ik druk aan het opbouwen ben. Dan vind ik, namelijk, dat ik te veel dingen móet doen en te weinig dingen mág doen. Het mooie hieraan is, dat ik zelf de maatstaf schijn te zijn voor wat ik mag en moet. Móet ik vliegenpoepje wegvegen? Móet ik naar die verjaardag? Móet ik zelf kind 1 100x naar de zwemles brengen of kan iemand anders dat misschien ook eens doen? 
Sommige dingen moeten omdat de consequentie van het níet doen nog veel vervelender is dan het ‘moeten’ doen. Andere dingen leggen we onszelf op.
Gaan we dood als we het huis een keer niet stofgezogen hebben? Hoe realistisch is het om te verwachten dat we om 18.00 uur met ons allen aan tafel zitten als je dús maar een half uur hebt om 45 km te overbruggen in spitsuur tijd, kinderen moet ophalen, aardappels moet schillen en het stoofpotje anderhalf uur moet laten voorgaren? Hoe belangrijk is dat eigenlijk en wat heb je daar dan voor over? Midden in de nacht opstaan om vast het eten klaar te maken? Welke mogelijkheden heb je eigenlijk; kunnen we een kok en kindermeisje inhuren? Dichter bij huis gaan werken? Welke consequenties heeft dat dan weer?

Wat gebeurt er eigenlijk op het moment dat je druk ervaart? Heb je dan iets nagelaten of juist iets te veel gedaan? Gaat het over keuzes maken en prioriteiten stellen of over slim inrichten en sturen van je leven?  Ik ga daar eens even met een lekker bakje thee over nadenken op de bank. Met cake erbij. En mijn sloffen. En als iemand belt, laat ik lekker bellen. Ben even een half uurtje druk! 

Reacties zijn gesloten.