Het is een wat schimmig huisje, halverwege de helling, op een soort van inkeping van de straat en zo’n vijftig meter boven de snackbar. ’s Zomers kun je de frietlucht hier ruiken. Er is geen voortuin want de mini erker bevindt zich pal boven de smalle stoep. Het enige groen is het onkruid tussen de stoeptegels en de ietwat verpieterde buxus naast de voordeur, net om het hoekje.
Ik kom van bovenaan de heuvel aangelopen, op weg naar een gezinszak met kroketten. En dan zie ik het. Een groot metaalkleurig bord met zwart ingegraveerde letters naast de deur. Nogal érg groot in vergelijking met de rest van het huis, alsof het een groeiende onderneming betreft. En dat is het misschien ook wel.
Als ik dichterbij kom lees ik dat “Bep” er woont. En daaronder ook: “Mauritsio Whiskey”, zonder komma naast elkaar. Aan de linkerkant van Bep staat een “&” en daarnaast is een hevig, driftig gekras te zien. Wie heeft daar gestaan? Het moet haast wel een korte naam zijn geweest, aan de krassen te zien. En ooit, eens was het die naam & Bep. Ad? Ben? Bert? Jan? & Bep.
Is hij overleden, Jan of Ben? En heeft Bep zijn naam in een laatste, wanhopig schrijnende poging om zich met haar lot te verzoenen, doorgekrast? Als in een opstandige schreeuw richting het universum: ‘Als ik het dan toch alleen moet doen…’
En van waar het ontbreken van de komma tussen Mauritsio en Whiskey? Is dat één naam? Is dat de zoon van Bep en Jan? Door haar vernoemd naar de Italiaanse loverboy die ze tegen was gekomen op haar enige vakantie naar het buitenland.
Het Gardameer. Achttien, was ze toen. En hij heette Mauritsio en hij verleidde haar op de kiezels van hetzelfde strand waar ze s’ middags nog met haar moeder een boterham met pindakaas had gegeten. Zes maanden later trouwde ze halsoverkop met Jan. Of Ben. Makkelijk, uit dezelfde
wijk. Als ze schuin door haar wimpers naar hem keek, kon ze bijna doen alsof hij Mauritsio was.
Jan tapte moppen. Met Jan kon je lachen. Hij was een graag geziene gast in het café net voorbij de snackbar. Hij hield ook van whiskey, Jan. Hij was een liefhebber. Dus werd het Mauritsio Whiskey. Jan vond ’t wel lachen; je had toch ook Royce en Rollo of zoiets? Nou, dan, Bep. Hartstikke mooi.
Nadat Mauritsio Whiskey met Kimberly bovenop de bult was gaan samenwonen en er een Mauritsio Junior aankwam, kocht Bep een hondje. Een witte Bolognezer. Daar deed ze meer mee dan met Jan. Dus Jan vertrok. Zij kraste subiet zijn naam door. Die zuiplap kon opzouten.
Het hondje heet Whiskey.