Mam’smail

Ik zat even op de wc. Of ik lag net opgevouwen in het kinderbed voor te lezen uit De Kleine Prinses. Of ik stond net even met de buuf te kletsen, hangend over het tuinhek. Of ik was even in bespreking of ik was aan het werk en kon even niet gestoord worden. Hoe dan ook; soms zijn er van die momenten dat je telefoon gaat maar dat je niet op kunt nemen.

Ik weet niet hoe het bij u thuis is, maar bij ons hebben we ook nog steeds de ’vaste’. We weten zelf niet precies waarom maar kennelijk is er nog steeds een reden om ’m te houden. Een van die belangrijkste redenen is overigens mijn moeder.

Mijn moeder heeft zo de gewoonte om op precies de verkeerde momenten te gaan bellen. En dan bedoel ik ook; als het écht even helemaal niet uitkomt. 

Veel moeders doen dat. Ik weet ook niet wat dat is. Alsof ze een soort van ingebouwd alarm hebben dat nog staat afgesteld op de tijd dat je stiekem de snoepkast in dook als ze er even niet was (en dat gewoon aanvoelde) of je vriendje/vriendinnetje mee naar boven sneakte terwijl zij haar boekenclub in de woonkamer had (en het gewoon aan je rook!) of naar je zat te loeren als je eigenlijk niet ziek was terwijl zij die middag aan het werk was geweest (heb je zitten blowen?)

In het bijzondere geval dat je echter eventjes heel snel opneemt, zegt ze, voordat je je vraag kunt afmaken om je straks terug te bellen; ”Bel ik ongelegen, lieverd? Oh, dan hou ik het even kort. Een klein vraagje maar.”

En dan weet je dat het niet kort gaat duren en al helemaal geen klein vraagje is. En als je haar dan drie keer probeert te onderbreken, wordt ze nog boos ook: ”Nou, zeg! Je hoeft niet zo chagrijnig te doen. Ik ben je moeder, hè.”
Of bezorgd, wat vaak op hetzelfde neer komt: ”Gaat het wel goed met je? Je klinkt echt heel onaangenaam. Ik ben je moeder, hè? Je kunt het mij vertellen…”

Maar goed.

Mijn moeder belt altijd op ’kindertijd’. En voor al die gelukkigen die niet behept zijn met eigen bloedjes; kindertijd is ’s avonds vanaf een uur of zes tot, pak ’m beet, half negen. En woensdagmiddag tussen ongeveer kwart voor twaalf en vier en van vier tot ongeveer half negen ’s avonds. Hetzelfde op vrijdag. En een beetje afhankelijk van de leeftijd van de bloedjes. 

Maar voordat je alles gevoed, gebaad, huiswerk- begeleid en voorgelezen hebt, is het zo na achten. Iedereen die zijn kroost voor zeven uur in bed heeft liggen, de was dan al heeft weg gevouwen, de deadline heeft gehaald, de koffie heeft gedraaid, de partner gesproken en de keuken heeft opgeruimd, mag zich bij mij melden. Ik kom dan graag een training bij je volgen! 

In ieder geval.
Mijn moeder belt. Ik hoor mijn mobiel overgaan. Ik kan niet opnemen. Er zit een voicemail op maar alleen wildvreemden en mijn moeder spreken die in. De rest, vrienden, kennissen, klanten en vage bekenden, sturen een app, sms, mailen of bellen later terug of wachten totdat ik ze terugbel. Is dat herkenbaar? 

Mijn moeder doet dat dus niet. Ze belt naar mijn mobiel. 
En Spreekt Mijn Voicemail In. 

Dat duurt dan ongeveer vijf minuten. In die tijd zit ik al zo’n beetje met afgerichte oren op de wc. Als binnen drie minuten na het overgaan van mijn telefoon ook mijn ’vaste’ gaat, weet ik zeker dat het mijn moeder is. 
En ja hoor!

Maar ik zit nog steeds op de wc of ben nog steeds aan het voorlezen of sta net de bloemkool droog te koken, dus opnemen kan ik nog even niet.

In het begin haastte ik mij nog wel eens met gevaar voor eigen leven naar één van beide telefoons, struikelend over half opgetrokken broekspijpen en kinderen met het wc papier wapperend achter mij aan en het boek tussen m’n tanden geklemd. 

Want er moet toch wel iets heel dringends zijn, wil je eerst het ene toestel en dan het andere bellen! En dan met uitgestrekte handen, snoekduikend er net een seconde te laat bij zijn.

Als ik dan, als een gek en al helemaal gestrest bij de gedachte aan een ’ernstige calamiteit van familiaire aard’ de redial toets indrukte, hoorde ik: ”Het nummer wat u probeert te bereiken, is momenteel in gesprek.” 

Ja. Met mijn voicemail.

Dit hoor je dan:
”Daahaag. Met mama. Zeg, ik probeer je te bereiken maar… nou ja. Je neemt niet op? (korte stilte, alsof ze verwacht dat ik als door een wonder toch nog even snel opneem) Ik heb je ook al op je thuisnummer gebeld. Maar daar neem je óók al niet op! (er klinkt nu een licht gekwetste ergernis in haar stem) Nou. Je bent er zeker niet. Ben je zeker weg. Of met iets bezig. Nou, ja. Ik wilde alleen maar even vragen hoe het met je is. Hoe is het? En of je vrijdag nog komt. Neem je de kinderen dan mee? (overredend en dwingend hoopvol) Dat zou eigenlijk wel leuk zijn, want Ans en Gerrie komen, je weet wel, van je vaders vrijwilligerswerk. En ze willen de kinderen zo graag eens zien. Ik heb het ze eigenlijk al beloofd. Maar, ja…nou, dat wil ik echt graag nu weten. In verband met het eten. Ik hoop dat je komt, hoor. (afwachtende stilte. je hoort haar denken: ze zal toch wel komen, hè) Nou. Dan ga ik maar eens ophangen. Zeg, bel me maar terug, hè? Of, nou ja, ik probeer het straks wel. Dag lieverd, dahaag. Ik hoop dat alles goed met je gaat. (stilte). Ok. Dag. (stilte).” 

Klik klik. 
Opgehangen.

En precies drie minuten daarna gaat een van de telefoons weer over. En soms belt ze al (weer) terwijl ik de voicemail nog sta af te luisteren.
”Ja, hallo, met mij. Zeg, heb je mijn bericht soms niet gehoord?” 

Ik probeer haar duidelijk te maken dat er een reden voor is waarom mensen soms hun telefoon niet opnemen. En dat ik altijd kan zien dat zij mij gebeld heeft en dat ik dan heus wel zo snel als het kan zal terugbellen. En dat het afluisteren van mijn voicemail geld kost. En tijd. Maar dat is tegen dovemansoren gezegd.
”Kind, je hebt toch niet voor niets een mobiel?”

Ik ben erover aan het nadenken om mijn voicemail te veranderen. Heel kort: ”Spreek na de piep je naam en telefoonnummer in en dan bel ik terug.” En dat ’ie de beller dan precies tien seconden geeft om z’n naam en nummer in te spreken. Daarna hangt ie op.

Of ik gooi m er helemaal af. Kun je helemaal niets meer inspreken.
Maar ik heb het nog steeds niet gedaan.

Op de één of andere manier voelt dat toch alsof ik mijn moeder afsluit.

Reacties zijn gesloten.