Dit was dan weer zo’n bruiloft met een heel hoog merken gehalte; croc’s & zeilboten & vlaggetjes & afkortingen van twee letters en veel dierenprintjes. Zo’n bruiloft waar vrouwen ‘dames’ heten en een ‘kapsel’ hebben in plaats van haar. En waar de mannen allemaal iets doen dat begint met een -capital- M of een titelfunctie hebben die toevallig ook hun naam is; Christopher Evert Olaf ofzo.
Ik zag vandaag allemaal blije mensen die vooral veel over zichzelf praatten. Maar het was ook wel weer lief; ze deden allemaal hun best om óók aan het bruidspaar te denken. Soms. Er waren foodtrucks met oesters, hippe veggie burgers en duurzaam geteelde langoustines. En er was een barrista uit Guatamala die ook espresso’s deed. Tijdens de disco gingen alle streepjeshemden spontaan los op Rage Against en beukten de naaldhakken eensgezind mee op Nobody’s Wife.
Anarchisme in een Tommy Hilfiger.
Op de wc bedacht ik dat ik een heel goede column wist maar door de bubbels van de Sjampie zag ik de woorden niet meer. Ik drupte een traan bij de overpeinzing; waarom vinden we lelijke dingen mooi als ze uit het hart komen?
Waarna ik kapseisde op mijn eigen hakken.
Ik vermoedde vandaag een leegte in de overvloed, ik dacht angst verstopt te zien in het blinkende topzware chassis van het wagenpark voor het kasteeltje en misschien een schreeuw om bestaansrecht in al die borstklopperij.
Maar ik zag ook liefde die van zichzelf wist dat ze waar was.
In ieder geval vandaag.