Weg met de buren

We gaan niet weg, dit jaar.

Daar zijn allerlei redenen voor. Bijvoorbeeld een doldriest lekkende dakgoot en onder je ogen verpulverende sponningen. Maar ook een geweldige sloophouten loungeset in onze zuidelijk gelegen achtertuin met een bloeiende plant van het een of ander.
Ik bedenk mezelf daarbij een ijskoud biertje, het gevoel van straktrekkende huid onder een felle zon en de geur van opgewarmde beits van mijn sloophouten bank. Er bromt een hoog vliegtuigje voorbij, een vogel trekt een fel fluitend spoor over het dak van ons huis. Vanaf de voorkant zwelt het geklingel van de ijscowagen aan en ik hoor verre stemmen een potje sportief doen op de nabijgelegen sportvelden. Een zachte bries met klein, verkoelend randje kriebelt op mijn hoofd. Bijna soes ik weg.

Dan doet mijn buuf haar achterdeur open en laat zichzelf en haar XXL familie uit op haar geasfalteerde achterplaats. Inclusief niet opgevoede en in de rondte schijtende hond. Met het lawaai van een snel opgloeiende frituurpan, elkaar de harses in slaande kinderen in glimmende nylonbroeken en beglitterde Hello Kutty treggings en de daarbij behorende aanschreeuwende moeders die allemaal honderdtachtig kilo wegen, zich in zwarte, roze en zilveren, zijwaarts opengewerkte leggings bevinden en in staat zijn om te blijven roken terwijl ze een ’frikaadelletju’ naar binnen werken, stort de familie zich rokend, stomend, zwetend en vretend in mijn warm knisperende zomermiddag. Op slag slaat mijn bier dood, verslikt de vogel zich in zijn lied en stort de kat hysterisch van zijn soezerige slaapplek op het dak van de schuur.

Over de schutting golft een aan winter lang opgesloten zelfplantage shag-damp van de Coöp, er vliegt een aangevreten nasischijf door de lucht en Kelly en Sharena maken ruzie over wie hun vader nou eigenlijk is. Kleine Romero en grote Sjanella kieperen voor de lol de frituurpan over de voeten van Marcello en in de border. Amanda begint te kijven tegen Marcello waarna Prissilla haar moeder een schop geeft en mijn buuf woedend haar asfalt verlaat. Roy en Mike schieten de hele dag met voetballen tegen de schutting, Sjanella gebruikt ten lange leste de hogedrukspuit om de hondedrollen en het frituurvet naar de tuin rechts af te voeren en de overgebleven kinderen in een hoek te drijven. Mike en Marcello ontsteken een onbeheerst vreugdevuur om de laatste ’sjasliekjes’ in op te braden en de dag dan maar gloedvol af te sluiten. Soms verdwijnt daar ook per ongeluk een autoband of een grijze bak in maar verder zijn ze altijd heel voorzichtig met de benzine in al die roestige blikken waarvan buuf nooit wist dat ze die had.

Aan de voorkant is een auto ergens half op de stoep en half op de straat gekwakt. De voorruit is afgeplakt met tape zodat je van buiten niet kunt zien dat er geen gordels meer inzitten. Een enorme scooter blokkeert de doorgang en in de voortuin ligt een winkelwagentje amechtig weg te zuchten onder het gewicht van grindtegels, vermoedelijk lege accu’s en een kapotte breedbeeld van drie bij drie.

Buuf ligt inmiddels aangesloten op de morfinepleisters en de baco’s en de hond is in de schuur opgesloten waar niemand hem echt hoort blaffen.

Wij gaan toch maar weg, dit jaar.

Daar zijn allerlei redenen voor. Maar ik hoop vooral dat één van de nazaten van buuf uiteindelijk hoog en hard genoeg rochelt om daarmee de scheuren in onze dakgoot te dichten.

Reacties zijn gesloten.