18. mei, 2015
Sjanella is de dochter van buuf. Sjarena is haar zuster. Sjarena heeft drie kinderen waarvan er eentje permanent bij buuf woont. Dat is Roy. Sjarena heeft ze niet helemaal op een rijtje, zegt buuf. Ze is aan de pillen. Die krijgt ze van de werkplaats en van de dokter. Van de gemeente heeft Sjarena een scooter gekregen waar ze met twee kinderen op past. Roy vergeet ze eigenlijk altijd. ’Maar ja,’ rookpluimt buuf, ’daarom woont Roy ook bij mij.’
Buuf mankeert van alles. Ze heeft morfine pleisters en elk seizoen een andere kleur haar. Ze heeft al drie keer een hartinfarct gehad en chronische pijnen. Haar huid lijkt op zwaar gelooid leer. Haar stem klinkt als het geteerde asfalt in haar achtertuin. Er wappert permanent een rookpluim om haar hoofd, afkomstig van de brandende stengel tussen haar lippen. Buuf kan roken en eten en praten tegelijkertijd en ook nog eens Roy opvoeden.
’Want dat kan Sjarena niet. Daarom woont hij bij mij’.
Sjanella wilde ook wel een kind. Net als haar zus. Dus ging Sjanella met dikke beer. Dikke Beer heeft ogen die heel dicht bij elkaar staan. Zijn hoofd loopt naadloos over in zijn lijf. Of zijn nek is gewoon zijn hoofd, dat kan ook. Hij heeft een gouden oorbel en een bouwvakkerspleet zo diep en duister als de Marianetrog. Hij doet iets in de agricultuur en tuinbouw en hij is zelfstandig ondernemer. Dikke Beer is een man van weinig woorden. Soms komt hij uit een piepkleine Subaru geplopt of verschijnt er als bij toverslag een scootertje onder hem. Hij zegt: ”huh” als je hem zou groeten en ”huh” als je m wat vraagt. Kennelijk zijn sociale vaardigheden niet nodig in de tuintelerij.
Dikke Beer en Sjanella zijn soms bij elkaar en soms niet. Meestal wordt er een hoop geschreeuwd door Sjanella en met deuren geslagen en dan gaat Dikke Beer op zijn scooter de nacht weer in. Sjanella heeft wel een eigen huis maar het liefst slaat ze met deuren bij buuf. Het liefst schreeuwt ze om vier uur s’nachts de boel bij elkaar bij buuf en verlaat Dikke Beer het liefst om tien over vier s’nachts op zijn scooter het huis van buuf. Die scooter heeft een gat waar een stukje uitlaat omheen zit. Als Dikke Beer op de scooter stapt, moet hij de scooter eerst flink voorgassen. Daarom weten wij altijd precies wanneer Dikke Beer in aantocht is en weer vertrekt. Ook om tien over vier s’nachts.
Dikke Beer lijkt wat twijfelachtig te zijn. Soms komt en gaat en gaat en komt en komt en gaat hij zeven keer in een nacht. Alsof hij eigenlijk niet weg wil. Meestal helpt Sjanella hem dan door duidelijke aanwijzingen uit het raam naast dat van ons te schreeuwen.
”Tief op, vuile rotzak!”
Van beneden hoor je dan eerst: ”huh” waarna het voorgassen begint.
Tegenwoordig hebben ze een kind. Een dochter. Zij lijkt in omvang precies op Sjanella en Dikke Beer. Maar ook haar gezicht met de gouden oorbellen is precies papa als ze stilletjes op haar frikandelletje knabbelt (huh?) en mama als ze heel boos is omdat buuf na de zevende frikandel zegt: ”Zo is het wel genoeg! je krijgt niet meer!” Dan gaat Shinaja heel hard schreeuwen en met deuren slaan.
Voor een scooter is ze nog net iets te jong.