Stormen moet het.
Razende luchten boven een schuddende en bevende aarde. De zon koud in het oog van een nietsontziende orkaan. Tijd die vertraagt, het aanzwellende geluid van de stilte binnen het oorverdovende schreeuwen van je hart. Het verpletterende gewicht van de leegte waarmee het niets zijn plek inneemt. Verblindende duisternis.
Er is geen groter, vernietigender geweld dan het noodgedwongen moeten laten gaan van je allerliefste, allermooiste, allerwarmste. Je prachtige, sterke, dappere, mooie en bijzondere kind. Stralend. Helder. Schitterend. Belofte van leven, gelofte van liefde.
Je hebt je niet voor kunnen bereiden. Je hebt het geweten maar je kon het niet voelen. Tot op dit moment. Waarop je aanraakt wat er al niet meer is en het lange leven met afwezigheid al begonnen is.
Heel stil is het nu. Oorverdovend stil.
Hoe meer stilte, hoe tastbaarder de afwezigheid.
Het zwijgen is het niemandsland tussen afscheid en herinnering.
Soms wordt er meer gezegd door te zwijgen. Meer verbonden door te zwijgen. Soms is stilte het enige wat er is aan troost en begrip. Soms is stilte het enige wat je nog rest.
Laat het stormen.
Razen. Laat de zon koud worden en de aarde beven. Laat de tijd stil staan, de hemel zich verdichten en je hart zich splijten. Want jouw kind is niet meer hier.
”En ik versier mijn hart zodat jij er altijd in kunt wonen”
(Voor) L. mama van Noa